Er zijn, gelukkig, meerdere asiels in Nederland: kijk maar op www.dierenasiels.com. Daar vindt u een lijst van alle asiels, en ook een lijst met alle te plaatsen honden en katten!
De eerste keer dat ik naar het asiel ging, dacht ik “Zielig voor de dieren. Een asiel, dat NOOIT voor mijn dieren!”. Nu heb ik dieren meegemaakt, ‘vondeling’, maar ook ‘afstand’, en ik heb ook ‘pension’ gezien, en denk ik: “OK, mijn dieren hebben het dan wel beter bij mij, maar voor veel dieren – en daarbij denk ik vooral aan afstandsdieren – is het asiel een beter huis dan ze eerder gekend hebben, en best wel goed.”
Waarom? Omdat ze in het asiel met rust gelaten worden, en zichzelf kunnen zijn. De enige eis is dat ze toestaan dat het hok (en bak) één keer per dag wordt schoongemaakt. Verder krijg je je natje en je droogje, als het kan mag je in de kamer rondlopen, en zelfs in het ruime buitenverblijf. Er lopen wel vaak mensen rond in dat verblijf, maar (meestal) doen die niets – alleen als jouw hok aan de beurt is, of als die vervelende dierenarts, of zijn al even vervelende assistentes, jou moeten hebben. Ben je geen schootkat? Nou, dan blijf je toch lekker uit hun buurt! Je mag tegen ze grommen en blazen – je krijgt geen ‘Foei!’ te horen, geen scheldwoorden, geen klappen of klapjes, en je krijgt toch gewoon je eten en drinken! OK, misschien komen ze later weer bij je zitten, tegen je praten terwijl jij druk bezig bent met blazen, of zelfs proberen je te aaien, ook al sla je naar ze, met je nagels uit (maar vaak ook niet!). En nog steeds … krijg je geen harde woorden te horen, en je krijgt nog steeds je natje en je droogje! Ben je wel een schootkat? Nou, dan ga je toch je knuffels halen als ze in de buurt zijn! Je eten krijg je toch wel! En -te vaak- gaat na een paar weken alles een stuk beter – doordat die blaasontsteking eindelijk aangepakt is, de vlooien eindelijk weg zijn, de wormen ook vertrokken zijn, en ga zo maar door …. Dan wordt het ook leuker om een knuffel te halen, als je niet meer uitgeteld in je mandje hoeft te liggen! Want alle katten hebben een kattebak en een ligbak – en een plankje, want dat voelt altijd wat veiliger aan!
Afstandsdieren – ik dacht eerst: “Als ik die mensen zie die hun kat in het asiel dumpen – ik doe ze wat!” En toen ontmoette ik die vrouw die met tranen een kat afgaf: hij was van de buurman geweest die een half jaar terug was overleden, en het ging gewoon niet, nog steeds niet, met haar eigen katten …. Wat ben ik blij, ook voor haar, dat die kat een nieuw huis heeft. Of die wat oudere man, die een Pers afgaf, helemaal onder de klitten. De kat was van zijn ouders geweest, en de man wilde wel, maar ….. Ja, er zijn ook een heleboel katten ‘wegens allergie van de baby’ – de goeien niet te na gesproken. En het voor mij onbegrijpelijke argument: ‘een baan voor de hele dag gekregen, zo zielig voor hun tweetjes …’. Wat bij honden helemaal vaak voorkomt, maar bij katten ook een rol kan spelen, is een argument dat te herleiden valt tot ‘Niet opgevoed.’ Ja, had dan nagedacht voordat je het dier nam. Voed het op! Hou ervan, speel ermee, en VOED HET DIER OP! Het is maar een jaartje lief klein ondeugend, daarna is het 10 – 15 jaar een onopgevoed loeder, een probleem (voor jou, en waarschijnlijk voor het asiel, en alle mensen die asieldieren nog een kans geven) – tenzij je het dier opvoedt terwijl het zo lief vertederend is!
Als vrijwilliger in een asiel ben je gespitst op opmerkingen omtrent asiels, die door personen of instanties in je omgeving worden gemaakt. Nu ken ik eigenlijk alleen Dierentehuis Groot Amsterdam -en dat is helaas sinds begin 2004 gesloten, maar opgevolgd is door Dieren Opvangcentrum Amsterdam-, maar ik neem aan dat veel situaties eigenlijk overal voorkomen. Maar enkele opmerkingen wil ik toch wat nader belichten. Hierbij wil ik uitdrukkelijk stellen: de gegeven antwoorden zijn mijn mening, niet (noodzakelijk) die van de dierenbescherming, niet (noodzakelijk) die van het asiel. Vind je het onderstaande onzin? Ik ben ervoor verantwoordelijk, het is mijn mening, niet (noodzakelijk) die van anderen!
“Zo zielig, de hele dag in dat kleine hokje.”
Als het kan, mag een kat buiten zijn eigen -veilige- hokje in de kamer en de ren buiten lopen. Redenen dat een bepaalde kat niet vrij zou mogen lopen:
- De kat heeft een dieet, en mag niet bij de ‘gewone’ voerbakjes van de andere loslopende katten komen. En ook in dit geval worden dan (soms) alle voerbakjes weggezet, maar dan kunnen dus alle katten niet eten totdat de dieet-kat weer wordt vastgezet.
- De kat heeft medicijnen, is ziek …
- De kat kan niet met één of meer van de andere katten overweg: dat wordt knokken (soms tot bloedens toe). In dat geval worden ze om de beurt los gelaten.
“Ze weigeren soms katten op te nemen!”
Het asiel valt ook onder het honden- en kattenbesluit, dat bepaalde minimum eisen aan de verblijven van dieren stelt. Voor het asiel gelden voor bepaalde punten een uitzondering: zo mag een asiel zieke dieren opnemen (een pension niet) en ook dieren zonder identificatie (meestal een chip, tegenwoordig) mogen opgenomen worden (een pension mag dit niet), en een asiel mag dieren zonder geldige vaccinaties opnemen (een pension niet). Maar de minimum eis voor de verblijven is gehandhaaft! Dat is ook logisch: waarom zou de dierenbescherming 80 katten van een klein flatje weghalen om ze daarna in een asiel te plaatsen, onder dezelfde omstandigheden? Niet logisch. OK, die minimum eisen zijn terecht. Maar, als je minimum eisen hebt en een bepaalde ruimte, dan heb je ook een bepaalde capaciteit. En als die vol raakt, wil je de resterende ruimte eerst reserveren voor de ergste gevallen: niet voor die kat die bij een flat rondzwerft en door veel bewoners ieder een beetje verzorgd wordt, maar eerder voor een dier dat helemaal niet wordt verzorgd, en ook niet voor zichzelf op kan komen.
Als je nog steeds zegt: “Ze weigeren soms katten op te nemen!”: Kijk eens bij de Stichting Amsterdamse Zwerfkatten. De S.A.Z. vangt, steriliseert of castreert zwerfkatten in Amsterdam.
Als je nog steeds zegt: “Ze weigeren soms katten op te nemen!”: Als een asiel vol zit, kunnen er alleen maar meer dieren in als de eisen voor een dierverblijf naar beneden gaan (en dat wil je niet) of wanneer de capaciteit omhoog gaat, dus als er ruimtes en hokken bijkomen. Wat heb JIJ gedaan om het asiel wat ruimte te geven?
In feite – dit is het ‘wachtlijstenprobleem’ van de ziekenzorg, maar nu voor katten en honden, voor het asiel. En het is geen verkiezingspunt in de recente verkiezingen geweest om hier meer geld voor vrij te maken ….
“Ze zeggen maar wat, om het dier maar te plaatsen.”
Dat is mijzelf inderdaad (ook) overkomen – 25 jaar geleden! En bij een ander asiel. Ik heb nu verschillende adopties meegemaakt, en ik kan zeggen: de kat (of hond) wordt niet ‘mooier’ of ‘aardiger’ voorgesteld dan hij/zij is, en als het niet lijkt te klikken, gaat het dier NIET mee, dan blijft ze mooi wachten op een andere kandidaat, die beter aansluit bij het dier. Wat ik wel heb meegemaakt, is dat als de verzorgers iets over het dier zeggen, de potentiële baasjes zeggen ‘Dat zal wel meevallen!’. Zoals in “Laat die kat maar rustig zitten, die krabt.” even later gevolgd door de kandidaat “Au, hij krabt!”.
“Je moet geen dier uit het asiel nemen, daar is iets mee!”
Elk dier dat binnenkomt, wordt uitgebreid bekeken en medisch onderzocht. Veel ziektes worden genezen in het asiel. Zowel bij afstandsdieren, als bij vondelingetjes. Dus een dier uit het asiel is gezond – als het dier een gezondheidsprobleem krijgt in de eerste weken na de adoptie, kun het dier daarvoor gratis geholpen worden in het asiel. Alles binnen redelijke grenzen, natuurlijk. Verder, ja, zoals eerder gezegd, veel dieren, vooral honden, komen in het asiel terecht vanwege problemen die te herleiden zijn tot: Niet opgevoed! Dit soort problemen zijn soms niet te verhelpen, en anders moet je een hele her-opvoeding gaan geven – en dat vereist meer geduld en doorzettingsvermogen en consequent-zijn dan een goede opvoeding van het begin af aan. Maar een heleboel dieren komen ook om andere redenen in het asiel, bijvoorbeeld doordat ‘de baas’ overlijdt – daar is dus niets ‘mis’ mee!
“Ze maken ze af”
Ja, soms wordt, na rijp beraad, een kat ge-euthaniseerd. Een oude kat met chronische ziektes, die je niet kunt plaatsen …. neem jij die kat in huis? Een kat die zo getraumatiseerd is, dat hij na een half jaar nog steeds bijna een hartaanval van angst krijgt als hij een stem hoort … neem jij die kat in huis? En, ook al krijg je die kat na 4 jaar zover dat hij tenminste geen hartaanval meer krijgt van angst: als je de kwaliteit van zijn leven, inclusief die 4 jaar, bekijkt, heb je dan die kat een plezier gedaan? Of heb je je eigen geweten gerust gesteld, en dus jezelf een plezier gedaan? En … het capaciteits probleem. Zolang deze niet-plaatsbare katten in het asiel blijven, kan die (zwerf)kat die door een flatgebouw zo’n beetje verzorgd wordt, niet opgevangen worden … Dus, weer: Wat heb JIJ gedaan om het asiel wat ruimte te geven?
Hierbij blijft het gevaarlijk: wanneer wel, wanneer niet? Natuurlijk niet alle dieren, maar soms toch wel. Je moet ergens een grens trekken. En iedereen zal zijn eigen grens op een ander punt leggen. En dus zal een ieder verontwaardigd kunnen zijn over een bepaald geval, dat naar de mening van die persoon voorbij de grens lag. Het is eenvoudig om een oordeel te vellen als je niet alle kanten van een situatie kent. Zoals de amerikanen zeggen: “Probeer niet iemand te oordelen voordat je een mijl in zijn schoenen hebt gelopen.” – Hoever heb je met het asiel meegelopen?
Mijn eigen mening hierbij is: ik ben tegen een pijnlijke dood; ik ben tegen een pijnlijk leven. Ik ben voor een gelukkig leven. Als er geen gelukkig leven mogelijk is, enkel een pijnlijk leven, ben ik voor een pijnloze dood.
“Ik wil best wel een middagje katten knuffelen!”
De mensen die de kattenbakken schoonmaken, die knuffelen ook graag. En – weer mijn mening: Een schone kattebak is de beste knuffel! Als je alleen maar wilt helpen met het leuke werk, dan help je niet echt. Je helpt jezelf aan een goed gevoel over jezelf, maar je helpt niet het asiel. Minder nog dan je zou denken, want één van de vaste medewerkers zal met je mee moeten lopen om je te zeggen welke katten je wel, en welke je niet, kunt knuffelen. En nogmaals, minder nog dan je zou denken, want die kat die jij nu zo lekker knuffelt, hoe was die gisteren? Zit er vooruitgang in? Gedraagt hij zich anders dan anders? Is hij misschien ziek? Als een vaste medewerker de kans krijgt om te knuffelen, kan dat bijgehouden worden …. En nogmaals, minder nog dan je zou denken, want, welke kat knuffel jij? Die lieve kat, die waarschijnlijk binnen een week geplaatst is, of dat kreng, die je krabt, maar een knuffel -afgestemd op wat hij kan hebben!- zo ontzettend erg nodig heeft!
“Ze zijn zo ontzettend pietluttig over hoe je werkt, niet leuk meer!”
Katten die in grote(re) groepen leven, hebben daardoor meer stress – het blijven in principe solitaire dieren – en zijn dus bevattelijker voor allerlei ziektes. Daarom is het extra belangrijk dat de ruimtes goed schoon gemaakt worden. Als de groepen kleiner waren …. uh, ja, capaciteit, daar hebben we het weer …
En dan hebben we ook alle wettelijke regeltjes omtrent hygiëne; niet alleen de wet, maar ook gewoon nodig!
Staan ze niet open voor nieuwe suggesties? Nou, als ik de kattenbakken schoonmaak, dan kan ik ervan uitgaan dat de bakken op een bepaalde manier met kranten zijn bekleed, en kan ik het hele zaakje eruit halen zonder dat ik in de ….. grijp. Misschien is er een betere manier, maar het belangrijkste is, dat er maar één manier wordt gebruikt – ook al is die misschien niet de meest perfecte manier …
“Straks neem ik nog iets, een ziekte, mee uit het asiel!”
Dat weten ze bij het asiel ook: de meeste medewerkers hebben zelf dieren. Allemaal, denk ik eigenlijk! Ontsmettingsmiddel staat overal! Ja, en als ik thuiskom, dan gaan sowieso mijn kleren meteen de wasmachine in, en ik het bad. En pas daarna krijgen mijn eigen katten een knuffel. Mijn katten zijn gezond en sterk genoeg, ze kunnen wel een stootje hebben, en ik zorg ervoor dat er ook niet meer dan een stootJE binnenkomt!